vrijdag 20 maart 2009

Kleirecuperatie.

Klei kan steeds weer opnieuw gebruikt worden, zolang hij niet gebakken is. Je kan al je resten samen mengen, zeker met papiervezel erbij en er dan mee gaan boetseren na het grondig te hebben vermengd. Je kan ook alles apart verwerken en gewoon zuiver herwinnen.

Vooral bij draaiwerk loont dat de moeite. Je hebt het slib in je emmertje bij het draaien zelf en de afgesneden restjes natte klei.



Je laat ze best een dagje staan, dan kan je het overtollige water afgieten. Eventueel ontdek je zo ook een vergeten sponsje...


Ook de mislukte potjes gaan in een (andere) emmer want vers gebruikte klei is te nat om meteen terug te gebruiken.


Enkele dagen later, bij het afdraaien, heb je ook weer slijpsel dat lederhard is. Ik laat dat ook weer een dagje staan omdat het net iets beter oplost als het wat droger is. Dat strooi ik in de bezonken slibemmertjes.




Als de emmer vol is, zet ik er de mixer in tot alle hardere delen opgelost zijn en het lekker smeuiig is.


Dan alles op de gips leggen die het overtollige water op zal nemen. Af en toe moet je dan controleren tot de gewenste stevigheid bereikt is.


Ondertussen kan je de andere emmer met mislukte natte potjes ook leeghalen en op een gipsblok te drogen leggen.

Dan volgt het échte werk: kneden, kneden en nog eens kneden tot alle lucht eruit is en de klei overal even zacht aanvoelt.
Op die manier bespaar je toch al gauw 30% van je klei.