zaterdag 11 augustus 2012

Cones

In de USA is het gebruikelijk om te werken met cones om de temperatuur van een klei of glazuur aan te duiden. Het zijn kegeltjes van een bepaalde samenstelling, uitgedocterd door een Duitse chemicus, die niet enkel de finale stooktemperatuur weergeven, maar ook rekening houden met de doorlopen stookcurve.

Ook op de glazuren van Duncan worden de temperaturen van de producten aangegeven in cone.
Op onderstaande tabel kan je de overeenstemmende temperatuur terug vinden. Je kiest daarvoor de kolom "Large Cones", Regular, onder 150 (150°c per uur, gebruikelijk bij de stook van glazuren in een doorsnee oven).

                               
                            

dinsdag 23 februari 2010

Kleurfrittes

Bij De Koloper kan je de glazuren van Welte vinden. Eén van die producten is Quatrocolor.


Quatrocolor zijn vloeibare kleurfrittes, wateroplosbaar en onderling mengbaar.
Ze hebben zeer interessante eigenschappen in gebruik. Ze zijn bijzonder kleurecht en zeer stabiel bij het bakken tussen 950°C en 1250°C.

Je brengt ze aan met het penseel:

  • als onderglazuur op reeds biscuit gebakken keramiek. Het droogt snel op zodat je ze kan bedekken met transparant glazuur of zelfs dompelen zonder eerst te bakken.
  • als majolica op ongebakken glazuur, De kleuren lopen zelf niet uit, indien het onderliggende glazuur stabiel is.
  • als opglazuur op reeds gebakken glazuur. Quatrocolor bevat voldoende bindmiddelen om mooi te hechten.
  • om sgrafito mee te maken. Na het aanbrengen en drogen, kan je er in graveren om de onderliggende laag terug zichtbaar te maken.

Met Quatrocolor kan je schilderen, spatten, sjabloneren, stempelen, verstuiven, fileren (=dunne kleurstrepen aanbrengen met een fijn penseel op een draaiende pot of bord)...

Voor gebruik goed omroeren. Na gebruik het potje goed afsluiten. Werktuigen zijn te reinigen met water.

Mooie resultaten verzekerd!

woensdag 27 januari 2010

Magic water.

Klei aan elkaar zetten, het blijft een moeilijk iets en de naad is meestal een kritiek punt bij de (hoog)bak.
Inkrassen? Ja, maar bij klei met veel chamotte kunnen er daar net kleine luchtkamertjes ontstaan die niet opgevuld geraken en zich bij het krimpen terug gaan wreken.
Slib? Ja, maar je moet dan ook best de chamotte uit je kleipoeder halen of je kan net hetzelfde probleem hebben. Bovendien is is alles daar dan plaatselijk veel natter dan de rest van je werk. Afdekken, traag laten drogen en eventuele barstjes herstellen.
Iedereen kent de problemen.

Een klant bracht mij eens een recept mee van Magic Water. Wat toevoegingen aan het water en hopla, alleen dat water zou de verbinding van kleidelen verzekeren. Ik ben in volle testfase. Maar heb het uiteraard ook voorgelegd aan mijn cursisten bij de draaicursus. Het kleeft zeer goed, zonder krassen.

Ik heb het recept aan Google gevraagd en verkreeg ongeveer hetzelfde ook met getuigenissen van enthousiaste gebruikers.
Ondertussen heeft een ijverige cursist het ook op Franse sites terug gevonden.

De hoeveelheden:
1 liter water
2.4 g waterglas ofte natriumsilicaat
0.8 g soda ofte natriumcarbonaat

Ze zijn omgerekend uit het Amerikaanse eenheidsstelsel en lijken niet echt zo kritisch te zijn.

Magie? Chemie? Wat maakt het uit, als het maar allemaal goed blijft zitten!

dinsdag 28 april 2009

Kiln wash

Bat wash, kiln wash, car wash... Mensen kijken soms raar op van de term "wash". En het heeft ook niet echt wat te maken met het wassen van je bats, je ovenplaten of je oven zelf. Toch zijn er ovens die na enkele jaren wel een flinke schrobbeurt zouden kunnen gebruiken. Als je wat begint te testen met glazuren of eens verstrooid bent bij het instellen van je baktemperatuur, dan heb je al snel een hele hoop problemen achteraf en ovenplaten zijn dure dingen.

Wash is een product dat de pottenbakker/keramist moet helpen zijn ovenplaten te beschermen tegen aflopende glazuren en smeltende kleimassa's. Ook in houtovens en het stoken met zout, moet je de platen gaan beschermen tegen alles wat rond vliegt tijdens het proces.

Er bestaan producenten die kant-en-klare kiln wash op de markt brengen en die volstaat ook meestal wel bij "gewone" elektrische stoken. Je strijkt een verse ovenplaat in met het goedje, aan 1 kant en dan ga je oven, plaat en steunen onbelast droog stoken. Aan één kant, omdat je de platen best eenzijdig gebruikt voor glazuren en ze omkeert als je biscuit bakt. Zo komt er het minimum aan stof op je glazuur en krijgt de ovenplaat de kans zich een beetje te rechten na een veeleisende glazuurstook op hogere temperatuur.

Om kiln wash te maken moet je chemische ingrediënten gaan mengen die een zo hoog mogelijk smeltpunt hebben en die eens samen gevoegd geen eutectische verschijnselen gaan vertonen. Wa's da?!! Tja, er zijn bepaalde stoffen die wanneer je ze samenvoegt, niet zullen smelten op ongeveer het gemiddelde van beide smelttemperaturen, maar elkaar zo gaan beïnvloeden dat ze smelten op een (veel) lager smeltpunt dan het laagste van beide.

Ook ga je bij het kiezen van de te vermengen producten best niet uit van een recept dat verdacht veel op een basisglazuur lijkt. In een glazuur zit een glasvormer (op basis van silicium), een smeltmiddel (natrium, kalium, calcium, barium, magnesium, zink, boor of lood) en een stabilisator (aluminium, meestal uit klei of kaolin). Dan lijkt het heel simpel: we laten het smeltmiddel eruit: kwarts en kaolin in een gelijke verhouding. In praktijk wordt ook vaak aluminiumoxide of aluminiumhydraat gebruikt. Voor lage en middelhoge electrische stoken is dit voldoende en eenvoudig te maken.

De aanwezigheid van kwarts, een glasvormer, zorgt echter wel voor practische problemen. Als er een druppel glazuur op terecht komt, waarin smeltmiddelen zitten, wordt er ter plaatse een (nieuw) glazuur gevormd.

Ook is het stof van kwarts niet gezond.

Bij het stoken met zout krijg je zeker problemen. Zoutdampen doen je kwarts smelten. Daar moet je aluminiumhydraat en kaolin vermengen, in gelijke verhoudingen. Dit mengsel smelt op zeer hoge temperatuur en is heel refractair.

Kaolin heeft een zeer hoog smeltpunt.

Je mag je verhouding ook aanpassen naar 60% kaolin en 40% aluminiumhydraat. Het zal hetzelfde resultaat geven en het is goedkoper.

Eventueel kan je er ook chamotte in vermengen.

Door het verschijnsel van de krimp is het mogelijk dat de kiln wash lost van de plaat na de bak. Dit is op te lossen door je kaolin eerst te calcineren, d.w.z. eerst te bakken. Je doet een hoeveelheid kaolin in een biscuitschaal en bakt ze mee met de biscuitbrand. Je mag nu de helft van de hoeveelheid kaolin vervangen door deze gecalcineerde versie.

Nieuw recept:

50% aluminiumhydraat

25% kaolin

25% tot 35% gecalcineerde kaolin


Het aanbrengen van kiln wash kan je met een vrij brede kwast doen, maar dan moet je snel werken. De platen zijn erg absorberend en je krijgt al snel een oneven verdeling. Het is mogelijk met een spuitpistool te werken of met een verfroller.

(Met dank aan John Britt, auteur van boeken en artikels over glazuren e.d.)

woensdag 8 april 2009

Taurus-glazuren.

Een introducerende inleiding en gebruiksaanwijzing, geschreven door Dirk Vanhaeren, die het glazuur ontwikkelde, kan je hier lezen.

Het Taurus-glazuur is een steengoedglazuur, dat optimaal gestookt wordt in oxiderende omstandigheden (electrische oven) op een temperatuur van 1265°C, 15' pendeltijd.

Er zijn 10 inkleuringen ontwikkeld, alle met hetzelfde transparante basisglazuur:


1. Zwart (T6): de enige inkleuring die duurder is dan de andere negen, omdat het kleurende pigment hier de prijs bepaalt.


Op deze afbeelding zie je drie testschaaltjes op verschillende temperaturen gebakken, 1230°C en 1250°C en 1265°C. Gradueel verhoogt het aandeel tekening en diepte in het glazuur. Alle stalen zijn in De Koploper aanwezig.

2. Bruin (T' 1)


3. Grijsblauw (T' 10)
Op vlakke testplaatjes zie je hoe het glazuur zich anders gedraagt dan op bolle oppervlakken.

Verschillende testen op andere (kleuren) klei.


4. Groenblauw (T 1)




5. Blauw (T' 30)



Door structuren in je afwerking te steken, kan je mooie effecten en kleurschakeringen verkrijgen.

6. Caramel (T 5)


7. Nerts (T 18)


De mooie tekening in het glazuur doet soms zelfs denken aan pels, nerts bijvoorbeeld.


8. Groen (T'21)




9. Olijf (T'16)







10. Goudgroen (T 22)





Alle kleuren zijn ook onderling te combineren door overlappingen, ineenvloeiingen, zelfs menging voor het aanbrengen... De mogelijkheden zijn onbeperkt!

Kom gerust de stalen bekijken in De Koploper.

vrijdag 20 maart 2009

Kleirecuperatie.

Klei kan steeds weer opnieuw gebruikt worden, zolang hij niet gebakken is. Je kan al je resten samen mengen, zeker met papiervezel erbij en er dan mee gaan boetseren na het grondig te hebben vermengd. Je kan ook alles apart verwerken en gewoon zuiver herwinnen.

Vooral bij draaiwerk loont dat de moeite. Je hebt het slib in je emmertje bij het draaien zelf en de afgesneden restjes natte klei.



Je laat ze best een dagje staan, dan kan je het overtollige water afgieten. Eventueel ontdek je zo ook een vergeten sponsje...


Ook de mislukte potjes gaan in een (andere) emmer want vers gebruikte klei is te nat om meteen terug te gebruiken.


Enkele dagen later, bij het afdraaien, heb je ook weer slijpsel dat lederhard is. Ik laat dat ook weer een dagje staan omdat het net iets beter oplost als het wat droger is. Dat strooi ik in de bezonken slibemmertjes.




Als de emmer vol is, zet ik er de mixer in tot alle hardere delen opgelost zijn en het lekker smeuiig is.


Dan alles op de gips leggen die het overtollige water op zal nemen. Af en toe moet je dan controleren tot de gewenste stevigheid bereikt is.


Ondertussen kan je de andere emmer met mislukte natte potjes ook leeghalen en op een gipsblok te drogen leggen.

Dan volgt het échte werk: kneden, kneden en nog eens kneden tot alle lucht eruit is en de klei overal even zacht aanvoelt.
Op die manier bespaar je toch al gauw 30% van je klei.

maandag 10 november 2008

Kleurmengsels en body stains

Kleurmengsels en body stains worden steeds meer gevraagd. In deze tijden willen mensen graag een eigen stempel drukken op wat ze maken en die producten laten dat toe.
Om zelf glazuren aan te maken werkt men normaal gezien altijd met kleurende oxides om het basisrecept een eigen tint te geven. Blauw verkrijgt men met cobalt, groenig met koper, paars en bruin met mangaan, geel en bruin met ijzer... Het pallet is wel redelijk beperkt. Om tegemoet te komen aan de noden heeft de keramische industrie body stains en kleurmengsels samengesteld. Dat zijn mengsels van kleurende oxides met glasvormers die een bepaalde kleur worden, indien toegevoegd aan een transparant glazuur.
Maar de creërende mens zou niet tot vernieuwende resultaten komen indien hij niet zou gaan experimenteren en dus werden de kleurmengsels gespoten op ongebakken klei, geschilderd op biscuit, vermengd met engobe en zelfs door verse klei gekneed.
Ondertussen heeft de keramische industrie ook niet stil gezeten en kregen de body stains en de kleurmengsels een steeds fijnere korrelgrootte. Het vermengen van het kleurende element met de dragende massa, zijnde klei, kleipoeder, slib, glazuurpoeder..., verloopt nu zeer goed.
In gebruik is er weinig verschil tussen wat op de markt wordt gebracht als body stain of als kleurmengsel, de resultaten zijn zeer goed.
Ook de baktemperaturen liggen goed, het is nu niet langer moeilijk om een mooi dekkend rood of of geel te maken op hogere temperatuur. Je kan je steengoedglazuur de kleur geven die je wil.
Al deze kleuren zijn ook onderling mengbaar. Het is nu een kleintje om de exacte eigenste versie van je appelblauwzeegroen te ontwikkelen, op voorwaarde dat je een nauwkeurig weegschaaltje ter beschikking hebt en een notaboekje om je magische recept te noteren, zodat het later reproduceerbaar blijft.